Hoedanook. Ik ben iets gaan eten in l’ atelier en ville. Waarbij "Ville" hier gelezen moet worden als "Brussel". L’AEV is een interieurzaak waar je iets kan drinken en eten. U kent dat wel. Een plaats waar de zelfrespecterende hipster naartoe wordt gezogen als nieuwe schoenen naar verse fæces. Want ik houd van hippigheid. Er was in dat opzicht dan ook niets aan te merken op mijn ervaring. De semi-industriële loft feel was met geoefende hand uitgevoerd. Het personeel was uiterst aandachtig en vriendelijk. Het had er schijnbaar net een modeshoot opzitten voor garçon. Want dat merk heeft dan weer een kledingzaak op het eerste. Ze (het modemerk) slaagt er hierbij wonderwel in om ieder onderscheid tussen mannen- en vrouwencollectie te verbergen voor niet-ingewijden. Zij denken namelijk niet in dat soort enge, kleinburgerlijke hokjes. Bij hen lopen de demarcatielijnen helemaal anders.
De onschuldige, gemoedelijke loungemuziek waarin het geheel baadde was te koop op vinyl en de ironische prints die her en der verspreid hingen kon je ter plaatse op het gewenste formaat laten printen. Het cortenstalen en palethouten meubilair was niet oncomfortabel maar wel heel zelfbewust. Hoe arrogant kan een tafel eigenlijk zijn?
Ik heb in geen tijden zoveel zin gehad iemand de kop in te slaan met een ironisch gewei vaas van Leen Bakker peuter matrak mongools tapijt vuist.